Van verblindend naar verbindend vuur
‘De tegenbeweging’, zo noemt OCAD de vreemde alliantie tussen conspirituelen, extreemrechtse complotdenkers en ultralibertaire freeriders die zich steeds duidelijker aan het vormen is. En hun influencers noemen zichzelf ‘dissidenten’. Ze houden ‘dissidenten-BBQ’s’, organiseren ‘verbindende vuren’ en publiceren open brieven om te onderschrijven. Stuk voor stuk vehikels waarmee ze ogenschijnlijk instrumenten aanreiken om mensen die zich niet gehoord voelen een stem te geven. Zogezegd in een warme, verbindende toonaard. Terwijl ze in werkelijkheid een discours ontwikkelen dat bijzonder vijandig staat tegenover de samenleving zelf.
In Theses against Occultism (1947), met de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog nog vers in het geheugen, deed Theodor Adorno occultisme af als een onderdeel van de laatkapitalistische ideologie van de middenklasse en een onvermogen om met de uitwassen van de moderniteit om te gaan.
De mix van spiritualiteit, complotdenken en reactionair, antidemocratisch gedachtegoed die nu steeds meer voet aan de grond krijgt, kan eveneens vanuit dat kader worden begrepen. Combineer het huidige neoliberale discours en de almaar meer materialistisch en commercieel gedreven economie en wetenschap met een toenemende mate van angst en frustratie en een toenemend verlies aan sociale banden en zingeving, en je krijgt een goed beeld van de mest waarop deze mix welig tiert. Hou vervolgens rekening met het feit dat veel mensen geen toegang meer hebben tot nuchtere analyses in de niet-aflatende stroom van informatie en desinformatie die ons overspoelt, en met het feit dat ‘identiteit’ voor steeds meer mensen lijkt neer te komen op het gedragsmatig en verbaal ‘belijden’ van tot welke groep ze behoren, en je begrijpt waarom mensen zich makkelijk laten ontwortelen.
Nu Kerk en Staat geen richting meer geven en geen gemeenschapsgevoel meer creëren, lijkt ‘vrijheid’ verworden tot iets dat kan worden opgeëist en identiteit tot een anders-zijn waar men zich aan vastklampt om het vervolgens in te zetten in een strijd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel mensen zich overgeven aan een vrije markt waarin ze vechten om hun brokken. Of dat nog anderen zingeving zoeken in het spirituele, dat in de westerse praktijk vaak neerkomt op het volgen van voorschriften om het eigen lichaam als tempel te vereren. Of dat nog anderen ‘freeriden’ en elke vorm van normen, regels en autoriteit aan hun laars proberen lappen.
Coronacrisis als katalysator
Tijdens de coronacrisis werd de vreemde alliantie tussen die stromingen pas echt goed duidelijk. Veel mensen bleken niet meer in staat het wantrouwen dat ze ontwikkelden tegenover (farmaceutische) multinationals, de media en het beleid te vertalen naar beargumenteerde kritiek, maar lieten dat wantrouwen afglijden naar simplistische verhalen over wetenschappers die door een bijna-mythisch Big Pharma worden gecontroleerd, over journalisten die door een bijna-mythisch ‘MSM-overheidsapparaat’ worden gedicteerd, of over beleidsmensen die door een bijna-mythische groep rond Klaus Schwab en Bill Gates worden aangestuurd. “Het Systeem is door en door rot” en “De Elite wil ons dehumaniseren”, zo klonk het bij veel zogenaamde ‘coronasceptici’. “This ends when we all say no”, klonk het ook.
Bij veel van die neezeggers onder de betogers tegen het coronabeleid zag je een steeds radicalere en absolutere vrijheidsgedachte opduiken: één die zich op geen enkele manier meer door het algemeen belang wil laten beknotten. Eigen lichaam eerst dus. En daarin vinden de bastaardkinderen van het laatkapitalisme en het neoliberalisme die willen gaan en staan waar ze willen en doen en laten wat ze willen, de ungrounded spirituals die streven naar soevereiniteit en transcendentie, en ultralibertaire freeriders die alle maatregelen rabiaat afwijzen, elkaar goed terug. Met in extreme vorm een radicale anti-inmengingsgedachte, waarbij men de ander gaat ervaren als concurrent, bedreiger of meester.
Zeker als dat wantrouwen nog eens extra wordt gevoed door ‘coronasceptische’ influencers die diametraal ‘tegen de stroom ingaan’. Tijdens de coronacrisis bleek ‘dissidentie’ alleen al te volstaan om als ‘kritisch’ te worden bestempeld, en ‘dwarsliggen’ als ‘moedig’. Ook als die ‘dissidente stemmen’ een discours verkondigen dat expliciet samenlevingsbedreigend is, vermits het dominant (medisch of maatschappelijk) discours – en dus de samenleving zelf – er als te bestrijden vijand wordt voorgesteld. Of misschien juist daarom. Want extreemrechtse partijen gaven dergelijke ‘dissidente’ stemmen juist omwille van hun anti-establishmentkarakter maar al te graag een podium. En dat podium namen deze paranoiapredikers maar al te graag in om van ‘coronasceptische’ influencers tot ware goeroes van de tegenbeweging te kunnen uitgroeien.
Goeroes van de ‘dissidenten’
Al noemen deze goeroes van de tegenbeweging die de vreemde alliantie tussen Blut und Bronwater steeds vakkundiger smeden, zich intussen al ‘dissidenten’. En houden ze intussen ook al ‘dissidenten-BBQ’s’. Zoals deze zomer, onder het mecenaat van de industrieel Joachim Van Wing, waarbij conspirituele influencers als professor klinische psychologie Mattias Desmet, ‘holistisch psycholoog-therapeut’ Steve Van Herreweghe en ‘compleetdenker’ Steven Arrazola de Oñate figureerden naast radicale libertariërs als Hans Blanckaert, oprichter van Belgians for Freedom, en Yannick Verdyck, de soevereine prepper die eind september omkwam bij een vuurgevecht tijdens een inval in het kader van vermoede terreurplannen. Met daar tussenin als spreker én organisator de rechtslibertaire Brecht Arnaert, die in gesprek met Verdyck de profetische woorden uitsprak: “Wie op de barricade staat, is beter zichtbaar om neergeschoten te worden."
Daarnaast publiceren deze goeroes ook misleidende manifesten. Zoals de ‘open brief’ van Terra Futura: op het eerste zicht een onschuldig manifest met een zoveelste vraag om debat over de aanpak van het covidbeleid waarmee iedereen wel kan 'resoneren'. Terra Futura noemt zichzelf ‘een overkoepelend burgerplatform dat actief, sociaal en doelgericht de universele rechten van de mens helpt te bewaken’, zogezegd in een warme, verbindende toonaard. Wie verder kijkt, ziet echter dat Terra Futura in werkelijkheid een zoveelste platform is dat wantrouwen en polarisatie predikt. Daarnaast is Terra Futura naar eigen zeggen ‘een netwerk van verbinding’. Het reikt op het eerste gezicht een instrument aan om mensen die zich niet gehoord voelen, een stem te geven. Wie verder kijkt, ziet echter dat het in werkelijkheid een zoveelste vehikel betreft van die vreemde alliantie tussen conspirituelen en (extreem-)rechtse paranoiapredikers en zelfverklaarde vrijheidsstrijders, waardoor enkel de riedels uit de eigen echokamers kunnen worden versterkt. Terra Futura kondigt ook aan zogenaamde ‘verbindende vuren’ te zullen organiseren. Wie verder kijkt, ziet echter dat het in werkelijkheid om het zoveelste verblindende vuur gaat, waar men gefixeerd naar blijft staren, niet beseffend dat de men zelf olie op een uitslaande brand giet. En dat men zichzelf laat gebruiken als brandversneller in een condition humaine die nu al hoogstexplosief is. En al helemaal niet inziend dat de wereld vooral op andere vlakken echt in brand staat…
Manipulatie of emancipatie
Corona, de oorlog of de energiecrisis, zijn slechts voorproefjes. De maatschappelijke schokken die we komende decennia te verwerken zullen krijgen o.a. door klimaatverandering, de sociale ongelijkheid, de toenemende macht van antidemocratische bewegingen, de dreigende economische crisis, zullen vele malen groter zijn dan wat de voorbije jaren hebben meegemaakt. En daar moeten we ook als samenleving door. Maar kunnen we nog van een samenleving spreken als veel mensen zodanig bang zijn om te worden gemanipuleerd dat ze zich laten manipuleren door manipulators die doen alsof ze waarschuwen voor manipulators? En hoe kunnen we ons als samenleving verweren tegen een discours dat bijzonder vijandig staat tegenover de samenleving zelf, maar toch veel mensen weet aan te spreken die zich duidelijk niet meer ideologisch aangesproken, laat staan begeesterd, voelen door de traditionele manier van denken over mens en maatschappij?
Ik geloof oprecht dat een emancipatorisch antwoord op deze ontsporing erin bestaat om een beter discours te ontwikkelen. Eén dat écht sturing geven én echt verbindt. En een andere manier van denken over mens en maatschappij. Eén die ook rekening houdt met het feit dat mensen niet louter – of zelfs helemaal geen – rationele wezens zijn. En dat we, over alle politieke, sociale of economische breuklijnen heen, ook nood hebben aan een soort van ideologische (her)betovering. En ik geloof oprecht dat dat zal moeten gebeuren aan de hand van cohesiebevorderende narratieven, die inzien dat mens en maatschappij gevat zijn tussen natuur en cultuur, tussen feiten en mythes, tussen genen en memen. En dat we ons daarbij bewust moeten zijn van het enorme belang van rituelen: collectieve rituelen, die zowel oog hebben voor de concrete als de symbolische dimensie van mens en maatschappij. Zoals een beweging als de Gele Hesjes of de Waarheids- en Verzoeningscommissie van Desmond Tutu. Of – in eigen land – de groep rond Thomas Goorden (‘de Kat’) en hun verwezenlijkingen in het kader van PFOS-schandaal. Dergelijke voorbeelden bewijzen alvast dat het anders kan. En dat het beter kan. Wie weet komt het op die manier zelfs wel goed.
Tekst d.d november 2022, gepubliceerd (aangepast) in Aktief, december 2022