Look up, Boudry. Look down, Desmet.
๐๐ฒ๐ ๐ถ๐ ๐ฒ๐ฒ๐ป ๐ด๐ผ๐ฒ๐ฑ๐ฒ ๐๐ฎ๐ฎ๐ธ ๐ฑ๐ฎ๐ ๐ฎ๐ฐ๐ฎ๐ฑ๐ฒ๐บ๐ถ๐ฐ๐ถ ๐๐ผ๐ฎ๐น๐ ๐ ๐ฎ๐ฎ๐ฟ๐๐ฒ๐ป ๐๐ผ๐๐ฑ๐ฟ๐ ๐ฑ๐ฒ ๐๐ผ๐ผ๐ฟ๐ฏ๐ถ๐ท๐ฒ ๐๐ฒ๐ธ๐ฒ๐ป ๐ผ๐ฝ๐ฒ๐ป๐น๐ถ๐ท๐ธ ๐ฎ๐ณ๐๐๐ฎ๐ป๐ฑ ๐ป๐ฎ๐บ๐ฒ๐ป ๐๐ฎ๐ป '๐ฑ๐ฒ ๐๐ฐ๐ต๐ฎ๐ฑ๐ฒ๐น๐ถ๐ท๐ธ๐ฒ ๐ผ๐ป๐๐ถ๐ป' ๐ฑ๐ถ๐ฒ ๐ฝ๐ฟ๐ผ๐ณ๐ฒ๐๐๐ผ๐ฟ ๐ธ๐น๐ถ๐ป๐ถ๐๐ฐ๐ต๐ฒ ๐ฝ๐๐๐ฐ๐ต๐ผ๐น๐ผ๐ด๐ถ๐ฒ ๐ ๐ฎ๐๐๐ถ๐ฎ๐ ๐๐ฒ๐๐บ๐ฒ๐ ๐ป๐ ๐ฎ๐น ๐ฒ๐ฒ๐ป ๐ต๐ฒ๐น๐ฒ ๐๐ถ๐ท๐ฑ ๐๐ฒ๐ฟ๐๐ฝ๐ฟ๐ฒ๐ถ๐ฑ๐. ๐๐น ๐ถ๐ ๐ต๐ฒ๐ ๐๐ผ๐ป๐ฑ๐ฒ ๐ฑ๐ฎ๐ ๐ต๐ฒ๐ ๐ฑ๐ฒ๐ฏ๐ฎ๐ ๐ด๐ฒ๐ณ๐ผ๐ฐ๐๐๐ ๐ฏ๐น๐ถ๐ท๐ณ๐ ๐ผ๐ฝ ๐ฑ๐ฒ๐๐ถ๐ป๐ณ๐ผ๐ฟ๐บ๐ฎ๐๐ถ๐ฒ ๐ฒ๐ป ๐ฝ๐๐ฒ๐๐ฑ๐ผ๐๐ฒ๐๐ฒ๐ป๐๐ฐ๐ต๐ฎ๐ฝ. ๐๐ป ๐ถ๐ ๐ต๐ฒ๐ ๐ฎ๐น ๐ต๐ฒ๐น๐ฒ๐บ๐ฎ๐ฎ๐น ๐๐ฟ๐ถ๐ฒ๐๐ ๐ฑ๐ฎ๐ ๐๐ผ๐๐ฑ๐ฟ๐ ๐ต๐ฒ๐ ๐ฝ๐ฟ๐ผ๐ฏ๐น๐ฒ๐ฒ๐บ ๐๐ฒ๐๐บ๐ฒ๐ ๐ฎ๐ณ๐ต๐ฎ๐ป๐ฑ๐ฒ๐น๐ฑ๐ฒ ๐ฎ๐น๐ ๐๐ฎ๐ฐ๐๐ถ๐ฒ๐ธ ๐ถ๐ป ๐๐ถ๐ท๐ป ๐ฎ๐ณ๐ณ๐ฒ๐ฐ๐๐ถ๐ฒ๐๐ฒ ๐ต๐ฒ๐ธ๐๐ฒ๐ป๐ท๐ฎ๐ฐ๐ต๐ ๐๐ฒ๐ด๐ฒ๐ป ๐ฑ๐ฒ ๐ฝ๐๐๐ฐ๐ต๐ผ๐ฎ๐ป๐ฎ๐น๐๐๐ฒ. ๐ช๐ฎ๐ป๐ ๐๐ผ ๐ด๐ฎ๐ฎ๐ ๐ต๐ถ๐ท ๐๐ผ๐ผ๐ฟ๐ฏ๐ถ๐ท ๐ฎ๐ฎ๐ป ๐ต๐ฒ๐ ๐ฒ๐ถ๐ด๐ฒ๐ป๐น๐ถ๐ท๐ธ๐ฒ ๐ฝ๐ฟ๐ผ๐ฏ๐น๐ฒ๐ฒ๐บ.
Het gebeurt wel vaker dat Maarten Boudry uitspraken over de psychoanalyse doet die duidelijk maken dat hij een nogal eenzijdige interpretatie van de psychoanalyse hanteert, en bitter weinig weet over haar theorievorming en praktijk van vandaag de dag. En dat terwijl Boudry blijkbaar wel in de volle overtuiging is dat wat hij over psychoanalyse beweert juist is, en die beweringen ook als dusdanig poneert: als feiten en waarheden waar hij zo zeker van is dat ze niet hoeven en kunnen worden bevraagd. Je kan dat allemaal niet serieus noemen. Laat staan kritisch. En al helemaal niet sceptisch.
Het was dan ook perfect voorspelbaar dat Boudry โde schadelijke onzinโ die Mattias Desmet, die psychoanalytisch geschoold is, de laatste jaren met de autoriteit van zijn academische titel verspreidt op tal van bedenkelijke fora en in zijn boek โDe psychologie van totalitarismeโ verspreidt, zou gebruiken als stok om de psychoanalyse mee te slaan.
Maar wie wel iets van psychoanalyse kent, is formeel. โDesmet spreekt ten persoonlijke titel. Dit heeft niets met psychoanalyse te maken.โ, stelde Stijn Van Heule, voorzitter van de vakgroep psychoanalyse van de UGent, klaar en duidelijk in De Standaard. โMattias De Smet is het spoor volledig bijsterโ, vulde Desmets leermeester Paul Verhaeghe later in diezelfde krant aan.
๐ ๐ฒ๐๐๐ถ๐ฎ๐ ๐๐ฒ๐ด๐ฒ๐ป ๐ฑ๐ฒ ๐๐ฒ๐๐ฒ๐ป๐๐ฐ๐ต๐ฎ๐ฝ
Let wel, Boudry heeft uiteraard gelijk dat er in de uitspraken van Desmet een groot aantal verkeerde voorstellingen van de realiteit, onfeitelijkheden en regelrechte leugens te bespeuren vallen. En Boudry heeft eveneens gelijk wanneer hij opmerkt dat Desmet zich aan een pseudowetenschappelijk argumentatie bezondigt wanneer hij quotes van grote wetenschappers zoals Renรฉ Thom, Niehs Bohr of James Gleick uit context trekt en zo verdraait dat het lijkt alsof hun uitspraken het narratief van Desmet zouden โbewijzenโ terwijl ze niet eens hebben bedoeld wat Desmet hen laat zeggen.
Maar wanneer Boudry niet alleen beargumenteert dat de totalitariserende massavormingstheorie van Desmet op psychoanalytische leest zou zijn gestoeld (quod non dus) , maar ook zelf nog eens begint met bij de haren getrokken โpseudo-psychoanalytische duidingenโ (Kleine Hans, Krankheitsbedรผrfnis,โฆ) om de pseudowetenschappelijke redenering aan te klagen die Desmet ertoe doen besluiten dat een wetenschappelijke methodologie op basis van waarnemingen en statistiek niet tot weten zou kunnen leiden en dat weten enkel zou kunnen voortkomen uit een โseminale religieuze ervaringโ en een โempathisch resonerenโ, wordt het potsierlijk.
Potsierlijk, maar ook triest. Want mocht Boudry verder gekeken hebben dan naar desinformatie en pseudowetenschappen alleen, en mocht Boudry zichzelf niet hebben laten verblinden door een viscerale afkeer van alles wat hij als pseudowetenschappen beschouwt omdat ze niet volgens dezelfde wetenschappelijke methodologie werken als die die hij gewoon is, dan had hij kunnen vaststellen dat de hele discussie over wetenschappelijke integriteit m.b.t. Desmet zelfs niet eens hoeft te worden gevoerd. Hetgeen Desmet verpakt als maatschappijkritiek is immers overduidelijk van de orde van het religieuze. En de religie die Desmet predikt is expliciet anti-wetenschappelijk bovendien.
Desmet zegt het in zijn boek โDe psychologie van totalitarismeโ gewoon zelfโฆ En Boudry had het gewoon kunnen lezen hoe Desmet ten prooi is gevallen aan een messiaswaan na een โepifanieโ op een ochtend in een chalet in de Ardennen waar Desmet zich โreรซel en prangendโ gewaar werd van โeen nieuw soort totalitarisme gewaar dat zich langzaam uit zijn zaad losmaakte en het weefsel van de samenleving deed verstarrenโ, hoe Desmet zijn eigen nachtmerriescenarioโs en complottheorieรซn op een massavormende en totalitariserende manier als obscure onheilsprofetieรซn brengt en hoe Desmet in de religie die hij predikt precies zij die โhet onmeetbare krampachtig in cijfers proberen duwenโ of die โwaanachtig geloven in de almacht van het menselijk verstandโ in de rol van baarlijke duivel duwt.
๐๐ผ๐ป๐๐ฝ๐ถ๐ฟ๐ถ๐๐๐ฒ๐น๐ฒ ๐ธ๐ฎ๐๐ฎ๐น๐๐๐ฎ๐๐ผ๐ฟ
Het allertriest is dat Boudry zo voorbijgaat aan het feit dat Desmet slechts een symptoom is. Een symptoom van een tendens waarbij conspirituele goeroes als Desmet steeds openlijker worden ingezet als katalysator voor die vreemde allianties tussen new age esoterici op zoek naar liefde en verbinding enerzijds en extreemrechtse complotdenkers anderzijds. En het zijn precies die allianties die een nog reรซler gevaar vormen voor de wetenschappen, het onderwijs en de democratie dan de figuur van Desmet alleen.
Want dat een professor klinische psychologie is kunnen uitgroeien tot visionair dystopisch ziener van een massavormend totalitarisme waaraan hij zelf een zorgwekkend grote steen bijdraagt, is precies omdat hij zichzelf in zijn messiaswaan als evangelist voor de kar laat spannen van anti-establishment die hem met zijn disruptief discours maar al te graag een podium geven.
En dat Desmet zo is kunnen uitgroeien tot een fenomeen, is juist een gevolg van het feit dat er overduidelijk heel veel mensen zijn die โideologisch braak liggenโ en duidelijk niet worden โbediendโ, laat staan โbegeesterdโ, door een denken over mens en maatschappij dat louter van de orde van het rationele, het concrete, het feitelijke en het meetbare is - zoals het denken dat Boudry voorstaat.
Wanneer we dan nog eens worden overspoeld door ontelbare stromen aan desinformatie gepromoot door internationale alt right-groeperingen, laat een hele groep mensen die blijkbaar geen toegang meer hebben tot nuchtere analyse, zich dus overduidelijk makkelijk ontwortelen door een discours waarin gesproken wordt van โliefde en verbindingโ , zelfs al is dat discours zelf gebaseerd op een persoonlijk waanconstruct dat weinig uitstaans heeft met de รฉchte gedeelde samenleving en waarin er weinig is dat mensen daadwerkelijk verbindt.
En dat discours hoeft vandaag de dag zelfs niet echt begrepen te worden of juist te zijn. Neen, als men ermee โresoneertโ omdat het 'juist-achtig aanvoelt', is dat voor veel mensen blijkbaar al voldoende. Ook al is dat discours expliciet anti-wetenschappelijk en anti-feitelijk is en wordt het feitelijke en ook al wordt de gedeelde waarneming zelfs als vijand voorgesteld. Want zo worden het wantrouwen en de polarisering alleen maar groter te maken.
๐๐ผ๐ต๐ฒ๐๐ถ๐ฒ๐ฏ๐ฒ๐๐ผ๐ฟ๐ฑ๐ฒ๐ฟ๐ฒ๐ป๐ฑ๐ฒ ๐ฒ๐ป-๐ฒ๐ป-๐๐ฒ๐ฟ๐ต๐ฎ๐น๐ฒ๐ป
Willen we streven naar een รฉcht nieuw groot verhaal, dat gebaseerd is op de รฉchte gedeelde samenleving, dat รฉcht sturing geeft รฉn echt verbindt, in plaats van onheilsprofeten als Desmet vrij spel te geven om de โ in deze tijden van post-truth en post-science โ vage grens tussen feit en fictie naar hun hand te zetten en hun volgers te manipuleren in imaginaire constructies waarvan zij niet enkel de smeder zijn maar ook de profeet, dan zal dat moeten gebeuren met cohesiebevorderende narratieven die verteld worden vanuit een overkoepelend, in plaats van vanuit een dogmatisch eenzijdig perspectief.
Dan hebben we een denken nodig dat veel meer aandacht heeft voor het feit dat mens en maatschappij gevat zijn tussen natuur en cultuur, tussen biologie en maatschappij, tussen feiten en mythes, tussen genen en memen, en zouden verschillende wetenschappelijke disciplines die elk op hun manier tot een weten over mens en maatschappij proberen komen juist moeten samenwerken in plaats van elkaar te bekampen.
Zowel zij die werken via de vertrouwde causale logica, de logica van de wetenschap die ook voor objecten geldt, de logica van de dingen die passief de wetten van de natuur volgen, als zijn die werken via een logica die men eerder van de orde van het โexistentiรซleโ kan noemen, de logica van het spreekwezen, van de mens met een verlangen en een onbewuste. Maar dan wel op basis van waarnemingen en statistische gegevens, of op basis van een goed luisteren en een goed lezen. Niet op basis van een vertroebelende waan. Maar ook niet op basis van dogmatische oogkleppen.
(Stuk geschreven in september 2022)