Mattias Desmet vs. critici: een georkestreerde schwalbe
"Als de universiteit nu zegt dat ze haar vertrouwen behoudt in de criticasters van mijn boek, dan is dat voor mij hetzelfde als de onschuld van iemand staande houden, terwijl die met het bebloede mes van de moord in de hand staat.", zei Mattias Desmet aan De Standaard als reactie op het besluit van de UGent om de professor psychologie niet langer alleen de verantwoordelijke lesgever van het vak Cultuur- en Maatschappijkritiek te laten zijn en zijn boek ‘De psychologie van totalitarisme’ niet langer verplicht studiemateriaal voor dat vak te laten zijn. Al zouden een beperkt aantal hoofdstukken uit dat boek wel nog toegelaten kunnen worden als lesmateriaal. Als Desmet er correcties op uitvoert, tenminste. En daar wringt het schoentje. Want Desmet ziet ‘geen enkele fout’. En voert de martelaarsshow rond zijn persoon op tot het niveau van een pathetische schwalbe.
Dat Desmet kritiek op zijn schrijfsels vergelijkt met een moordaanslag, mag intussen al niet meer verwonderen. Wie het reilen en zeilen van Desmet een beetje volgt, ziet dat de inhoud van hetgeen wordt geschreven en gezegd er al langer niet meer toe doet, maar de imagoshow rond de persoon van Desmet des te meer. Voor een hele groep mensen die Desmet bijna devoot op handen dragen, is Desmet verworden tot mascotte en martelaar tegelijk. En kritiek op de uitspraken en schrijfsels van Desmet worden door een grote schare volgers zelfs ervaren als een kritiek op de eigen persoon.
Dat alles cultiveert Desmet ook zelf op een zeer uitgekiende manier. Van zodra bekend werd dat twee interne commissies aan de UGent een onderzoek gingen voeren naar zijn wetenschappelijke integriteit en de lesinhouden, ging Desmet bijvoorbeeld van start met een opvallende imagocampagne in 3 luiken.
Hierbij postte hij eerst een blog - “Some notes on the tragicomic attempt to burn me at stake", waarin hij zichzelf positioneerde als een heks in een heksenjacht, maar zogenaamd een uitgestoken hand uitstak naar critici als Boudry, Verhaeghe en mezelf om met hem in gesprek te gaan. Dan postte hij een soortgelijk artikel in het Nederlands bij zijn vrienden van Doorbraak. “Mijn milde j’accuse", heette die, en diende om hem als een lieve Zola te doen overkomen. En daarna schakelde hij een burgerjournalist bij De Wereld Morgen in om zijn show verder op te voeren in een blogpost die de titel “Spreken over en met mensen” droeg (een blogpost waar De Wereld Morgen geen plaats aan bood en met dit als uitgebreide argumentatie voor die beslissing.)
Stuk voor stuk zijn het tactieken die moesten doen uitschijnen dat Desmet onterecht beschuldigd zou worden en monddood zou worden gemaakt terwijl hijzelf zogezegd “met iedereen zou willen spreken” en ook met zijn critici. Maar als dat zo zijn, waarom gaat hij dan niet in debat met Maarten Boudry zoals hem nochtans al enkele keren is gevraagd, maar Desmet keer op keer geweigerd heeft? Waarom neemt hij dan niet de telefoon om contact op te nemen met Verhaeghe? Waarom blokkeert hij mij instantmatig op Facebook en Linkedin van zodra ik een poging doe om in gesprek te gaan? En waarom gaat hij niet in de uitnodiging van Ignaas Devisch om met hem in gesprek te gaan, noch op die voor een debat ‘gerespecteerde collega’ dat door Lieven Verstraeten gemodereerd zou worden, enkel en alleen omdat de moderator iemand “van de MSM” zou zijn ?
Desmet ‘spreekt niet met iedereen’
Dinsdagavond, na het debat in De Afspraak over het topic academische vrijheid in relatie tot de beslissing van de UGent m.b.t. Desmet, schreef Desmet nog op zijn facebookpagina:
“Ik kan daar toch echt niet bij. Op De Afspraak zitten ze daar weer een half uur over mij en mijn boek te debatteren, zonder mij erbij te vragen. Wat is dat toch? Ik ga hen eens vriendelijk vragen om me uit te nodigen. En erbij zeggen dat ik niet bijt.”
Maar dat zou dat werkelijk een eerste keer zijn dat Desmet op een dergelijke uitnodiging zou ingaan. Want het mag intussen duidelijk zijn… Met mensen die daadwerkelijk in debat willen gaan en die het daadwerkelijk over de inhoud van zijn uitspraken en zijn schrijfsels willen hebben, weigert Desmet elk gesprek.
Dat deed hij met mensen die het pseudowetenschappelijk jasje rond zijn uitspraken doorprikten, zoals bv. met Pepijn van Erp en Peter Zegers op wiens artikel ‘Hoe Galileo’s metingen tot de gaskamers leidden, ofwel de stuitende slordigheden van Mattias Desmet’ op wiens artikel Desmet enkel reageerde met een laconieke ‘haha’ toen het hem onder de neus werd geschoven.
Dat deed hij met mensen zoals mezelf die in artikels als deze en deze probeerden aantonen dat het pseudo-wetenschappelijk jasje dat Desmet omheen zijn schrijfsels lardeert slechts blabla is om een conspirituele ‘ideologie’ ingang te doen vinden die niet alleen onwetenschappelijk maar zelfs expliciet anti-wetenschappelijk is. En uitgesproken anti-democratisch bovendien. Zeker vermits Desmet zich met zijn discours zo overduidelijk voor de kar van extreemrechts laat spannen.
En dat deed hij met de Karl Jaspers Society of North America, een filosofische organisatie die in 1980 werd opgericht met als doel de studie van en de research naar de ideeën van Karl Jaspers, de leermeester van Hannah Arendt te promoten, die Desmet uitnodigden voor een kritische bespreking in hun reeks ‘Author Meets Critics’, waarvoor Desmet kort voor de online sessie zonder al te veel uitleg afhaakte.
Ook op het op het lijvig werk ‘Beschouwingen bij de psychologie van totalitarisme van Mattias Desmet’ van collega-psycholoog Wouter Mareels waarin Desmets boek hoofdstuk per hoofdstuk onder de loep wordt genomen heeft Desmet nog niet eens een aanzet tot antwoorden genomen.
Terwijl het naar alle waarschijnlijkheid precies bovenstaande stukken zijn die een grote inspiratiebron vormden voor de opleidingscommissie van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen die het lesmateriaal van professor Mattias Desmet voor het vak Cultuur-en Maatschappijkritiek heeft geanalyseerd en voor de Commissie voor de Wetenschappelijke integriteit van de Universiteit Gent.
“Ik kan geen fouten verwijderen die niet bestaan”
Peter Zegers merkte het ten tijde van de voornoemde imagocampagne al op:
"In antwoord op zijn critici schreef Mattias Desmet een lang weerwoord waarin de lezer opvallend weinig te weten komt over de aard van de kritiek van zijn opponenten. Het is één grote litanie over het grote onrecht dat Mattias Desmet is aangedaan door de gevestigde media die allemaal betrokken zouden zijn bij een georkestreerde campagne tegen zijn persoon. Alle critici hebben volgens hem snode intenties en zijn er slechts op uit om Desmet monddood te maken. Hij erkent geen enkele fout of vergissing."
Dus ook nu ligt de reactie van Desmet op het verdict van de UGent op basis van het oordeel van de 2 onderzoekscommissies geheel in de lijn der verwachtingen. Zo positioneerde Desmet zich met een uitspraak als
"Als de universiteit nu zegt dat ze haar vertrouwen behoudt in de criticasters van mijn boek, dan is dat voor mij hetzelfde als de onschuld van iemand staande houden, terwijl die met het bebloede mes van de moord in de hand staat”
niet alleen als een onschuldig slachtoffer van een moordaanslag. En klinkt het ook alweer – en dat op de toegift van de UGent dat Desmet nog hoorcolleges op basis van bepaalde hoofdstukken in zijn boek mag geven als hij de fouten erin aanpast! – “Ik kan geen fouten verwijderen die niet bestaan’ (De Standaard). Of – op Desmets facebookpagina –
“Elke beschuldiging van een fout die we tot nu toe controleerden, bleek onterecht. Ik zie ook echt niet in wat het probleem is met de referenties naar Arendt. Ze zijn simpelweg helemaal juist.”
Het boek wordt niet ‘verboden’, laat staan ‘verbrand’
Laat het duidelijk zijn: Desmet wordt niet ‘gecensureerd’ en het boek van Desmet is helemaal niet ‘verboden’, zoals Desmet en zijn volgers nu laten uitschijnen. Laat staan dat het ‘verbrand’ wordt, zoals Desmet nu dramatisch uitschreeuwt in zijn laatste substackpost of in zijn stekje op het extreemrechtse Falun Gong-vehikel Epoch Times.
Het enige wat beslist is, is dat het boek geen verplicht lesmateriaal meer vormt voor het vak cultuur- en maatschappijkritiek aan de UGent, zoals het dat vorig jaar wel voor het eerste en enige jaar het geval was. Wat het eigenlijk al in eigenlijk in the first place niet had mogen zijn. Desmet had immers vorig jaar nog maar net de leerstoel voor dit vak overgenomen van Paul Verhaeghe en het boek ‘De psychologie van totalitarisme’ stond niet eens op de door de opleidingscommissie goedgekeurde ECTS-fiche voor dat vak.
Maar in elk geval is het boek dus, zelfs voor de studenten, niet ‘verboden’. Het staat hen vrij het boek te kopen en te lezen. Of gratis uit te lenen. Zelfs aan de universiteitsbibliotheek van de UGent.
‘Kristalheldere weerlegging’ wordt opnieuw afeidingsmanoeuvre.
De substackpost ‘De Psychologie van Totalitarisme - Een boek om te verbranden?’ diende trouwens te fungeren als ‘kristalheldere weerlegging’ van alle kritiek op Desmet ‘in de publieke ruimte’ te fungeren, zoals hij in De Standaard aankondigde (ten minste als we ervan mogen uitgaan dat het niet het korte optreden bij de bij de Engelse komiek Russel Brand was die hiervoor had moeten doorgaan).
Maar in die post ging het enkel over enkele uitspraken van één enkele criticus, namelijk Ghaemi van het Karl Jaspers Instituut te gaan, en kon zelfs de ‘weerlegging’ nauwelijks een weerlegging genoemd worden. Of althans niet voor wie met een kritische blik naar de inhoud ervan keek , zoals bv. Wouter Mareels hier deed.
Maar met een kritische blik naar de inhoud van Desmets schrijfsels kijken, doet de harde kern van zijn volgers op Facebook al lang niet meer. En dat weet Desmet maar al te goed. Want ook met eerste post naar die Nederlandstalige substack is duidelijk hoe Desmet zijn volgers op Facebook manipuleert. Hij maakt een facebookbericht met een verwijzing naar zijn substack waarin hij zijn critici zogezegd lik op stuk zou geven door hen te wijzen op wat slordigheden, begint dat bericht wel met een opnieuw oprakelen van de ophef omtrent de ‘verspreking’ bij Alex Jones alsof hij met eigen ogen een openhartoperatie onder hypnose zou hebben gezien. Gevolg: de volgers hebben het alleen maar daarover, niet over de inhoud.
En zelfs mbt die hypnose-ophef van Desmet lijken veel van zijn volgers niet te begrijpen dat niemand ontkent dat operatie onder hypnose mogelijk is en gebeurt, maar dat het gewoonweg niet kan dat Desmet een openhartoperatie onder louter hypnose zou hebben gezien, want zo’n type operatie kan gewoon niet worden uitgevoerd met enkel hypnose als sedatie. Dus Desmet kan dat zelfs niet eens op video hebben gezien. Naar die video die hij eventueel zou kunnen hebben gezien is Desmet ten andere nog altijd op zoek.
Helemaal te gortig werd het enkele dagen later. Zo bleek Eurovox (baseline: la voce de la contra-informazione - een zoveelste ‘tegenwindkanaal’ dus van mensen die menen kritisch te zijn alleen maar omdat ze tegen de stroom ingaan) een video met een interview van Desmet online te hebben waarin Desmet nogmaals herhaalde dat hij ‘with his own eyes’ een operatie had gezien waarbij een borstkas was opengelegd, en dat zogezegd louter met hypnose als sedatie. Het was Pepijn Van Erp die de video op Twitter postte. Op de YouTubevideo op het kanaal van Eurovox stond geen datum van het interview, dus Pepijn van Erp dateerde de clip uit de video met de datum waarop het online werd gezet. Perfect legitiem. En akkoord, er werd zo gesuggereerd dat de video recenter was want waarop zou Eurovox zo lang wachten om een interview online te plaatsen?
En toen verdween de video opeens, toevallig net nadat Desmet ermee was geconfronteerd. Erg schimmig allemaal. En nog schimmiger dat Desmet een dag later deed alsof hij niet van het bestaan van de video afwist (onderstaande screenshot van een dag eerder toen de originele video nog online stond bewijst van wel – maar ook die post is ineens verdwenen)
Neen, het feit dat het ‘donkerste vermoeden’ bevestigd werd zou te danken zijn aan het ‘speurwerk’ (een simpele blik op Twitter dus ;o)) van één van Desmets meest trouwe fans die een heel confuse uitleg deed over het feit dat de luchtige kledij van de sprekers op de video haar deed vermoeden dat de video al eerder opgenomen was, daarop contact zou hebben genomen met met de interviewster om te weten te komen van wanneer het interview was (wat ze eenvoudigweg aan Desmet had kunnen vragen ? ) en die haar een zeer confuse uitleg gaf (die de fan zeer uitdrukkelijk deelde) over waarom die video opeens maanden na opname online was gezet en dezelfde avond nog terug op privé gezet was.
Het gevolg? Desmet die een volledig post wijdde aan het feit dat Pepijn van Erp zogezegd beeldmateriaal zou “bewerkt (hebben) om (hem) in een slecht daglicht te stellen” en te poneren dat daarmee alle kritiek op hem van tafel kon worden gedeeld. Immers, zo schreef hij:
“Vorige week publiceerde ik al een tekst die onbetwistbaar aantoonde dat een van de criticasters waarop de Universiteit Gent zich baseerde om me in een slecht daglicht te stellen volledig en bewijsbaar de mist inging; bij deze is er een tweede criticaster nog veel zwaarder door de mand gezakt. Dit toont gewoon wat ik al direct zei aan de UGent, je kan je om een professor te sanctioneren niet op de meest negatieve en in veel opzichten ook vulgaire kritieken baseren. Dat is bij deze duidelijk aangetoond.”
Case closed? Voor de trouwe fans die op basis van het hondenfluitje van Desmet als razenden begonnen tekeer te gaan tegen Pepijn Van Erp (een ‘behandeling’ die iedereen die de show van Desmet dreigt te doorpikken op de profielpagina van Desmet moet ondergaan) alvast wel. En dat terwijl het meest belanghebbende van deze video schuilt in het feit dat de leugen van Desmet tijdens de Alex Jones-show geen eenmalige ‘verspreking’ was, geen ‘"fout (…) omdat hij werd afgeleid door reclameblokken en niet precies wist in welke camera hij moest kijken." zoals hij in De Morgen uitlegde. Neen, want hij vertelde hetzelfde in de zomer al, vóór het interview bij Alex Jones. Meer zelfs. Het lijkt deel uit te maken van een vaste routine van Desmet (zie bv. ook hier "it happens all the time in certain hospitals in Belgium" (23:30) )
Wie weet zelfs in zijn lessen, zo doet deze post vermoeden waarin Desmet nog steeds aangeeft op zoek te zijn naar een video die zijn bewering alsof hij op met-zijn-eigen-ogen-op-video een openhartoperatie onder hypnose zou hebben gezien zou kunnen staven. (spoiler - ook in deze de video die hem hier aan de hand wordt gedaan betreft het uiteraard geen video van een openhartoperatie onder hypnose, maar Desmet gaat er duidelijk meteen opnieuw in mee, nog steeds te beroerd om toe te geven dat hij dat gewoonweg niet kan gezien hebben, zelfs niet op video).
Alweer duidelijk een truc van Desmet om met afleidingsmanoeuvres al zijn criticasters in een slecht daglicht te plaatsen, zonder op de inhoud van hun schrijven te moeten ingaan. Want op dat vlak weet Desmet duidelijk niet meer van welk hout pijlen te maken. Misschien ook daarom dat de post van zijn Engelse substack waarin hij heel stuntelig kleine puntjes van kritiek van 1 criticaster meende te kunnen weerleggen die eerst het cijfer I droeg alsof er een vervolg zou komen van de ‘kristalheldere weerlegging’ opeens geen vervolgcijfer meer droeg?
Experiment in totalitariserende massavorming
Het onvermogen van Mattias Desmet om met kritiek om te gaan viel ook filosofe Tineke Beeckman. Zij noteerde in haar opiniestuk ‘Het grote gelijk van Mattias Desmet’ in De Standaard van 16/02:
Zijn redeneringen doen denken aan Bruno Latours scherpe analyse van postmoderne denkers in Why has critique run out of steam? Als zo’n denker een thema aankaart, doet hij het volgende, aldus Latour. Eerst neemt hij de ‘fairy position’ in: wat de ander zegt, is een sprookje. De criticus ontkracht het ideaal van de ander als een projectie van onbewuste verlangens. Zo ziet Desmet de burgers die de coronamaatregelen aanvaarden. Ze volgden de experts, maar eigenlijk omdat ze onbewust verbondenheid en zekerheid zochten. Daaraan koppelt de criticus een ‘fact position’: hij argumenteert dat die mensen onterecht geloven dat ze onafhankelijk denken. In realiteit onderwerpen ze zich aan het dominante discours, in dit geval het mechanistische verlichtingsdenken. Gelukkig zijn er échte denkers zoals Desmet die dat discours ontmaskeren. Dan geeft de denker zijn theorie en wordt hij positivist. Plots gelooft hij dat hij wél de waarheid kan verkondigen, zonder door onbewuste verlangens te worden gedreven; hij kan wél los van een heersend discours denken. De zwakte, aldus Latour, is dat zelfkritiek hier onmogelijk is. Vanuit zijn minderheidspositie interpreteert zo’n denker externe kritieken als bewijs voor zijn gelijk.
Ook de show die het onvermogen van Desmet om met kritiek om te gaan moet verbergen, wordt elke dag doorzichtiger. Maar duidelijk niet voor de achterban voor de Desmet.
Want wie een blik op de facebookpagina van Desmet werpt, kan er niet naast kijken: er zijn helaas heel veel mensen die zich laten indoctrineren door het feit dat Desmet perfect inspeelt op de 4 basisvoorwaarden voor massavorming die de man zelf aanstipt: namelijk het feit dat “mensen die leven in een samenleving waar veel ‘vrij zwevende angst’, ‘vrij zwevende frustratie/agressie’, een gebrek aan sociale banden/cohesie en een gebrek aan zingeving aanwezig is, bijzonder gevoelig zijn voor narratieven die op een eenzijdige manier een object van angst aanwijzen en tot een collectieve strijd tegen dat object oproepen”.
Zoals Desmet doet wanneer hij de angst voor totalitarisme als vermeend object van angst voorhoudt (zoals hij zelf ook toegeeft in dit filmpje trouwens), zo de angst voor de angst cultiveert, het eigen narratief als oplossing aanbiedt, en oproept om in te gaan tegen het ‘dominant discours’ (i.e. dus het discours van de meerderheid van de bevolking die mechanistisch-materialistisch zou denken en bijgevolg – althans volgens de logica van Desmet – een gehypnotiseerde en totaliserende massa zou zijn).
En er zijn helaas ook heel veel mensen die zich laten bespelen door iets wat Desmet in zijn ‘originele invulling’ van het begrip ‘totalitariserende massavorming’ (volgens Desmet dus een louter psychologisch fenomeen, dat eruit zou bestaan dat de mens, zonder enige externe actor dan de ‘wetenschapsideologie’ die dominant zou zijn, zichzelf hypnotiseert met zijn ‘waanachtig geloof in het menselijk verstand’) over het hoofd ziet.
Namelijk iets dat Freud opmerkte in “Das Unbehagen in der Kultur” (1930) (geschreven op een moment dus dat er een daadwerkelijk totalitarisme zich over heel Europa verspreidden en niet een bepaald soort totalitarisme dat louter “het logisch gevolg van het Verlichtingdenken” zou zijn). In dat werk merkte Freud scherpzinnig op dat men zou kunnen verwachten dat een "aandoening" die Freud "de psychologische ellende van de massa" noemde, ontstaat onder omstandigheden waarin sociale binding tot stand komt doordat mensen zich met elkaar identificeren bij gebrek aan (herkenning van) waardige leiders of andere figuren met wie zij zich zouden kunnen identificeren.
Het is ook daarop dat Desmet inspeelt: op het feit dat we in een samenleving leven waarin mensen bijzonder gevoelig zijn voor identificatie met pseudo-vaderfiguren, zoals Desmet die zich zowel in de meester- als in de universitaire positie plaatst om mensen mee te sleuren in zijn eigen waan.
En als dergelijke figuren zichzelf in hun waan van waan van ‘messias tegen de wetenschap en evangelist voor extreemrechts’ dan nog eens als conspiritueel glijmiddel voor samenzwevers voor de kar laten spannen voor hét massavormend en totalitariserend gevaar dat extreemrechts vormt, is het hek natuurlijk helemaal van de dam.
Want Mattias Desmet is inderdaad een expert in totalitariserende massavorming. Of toch in die zin dat hij alle trucs om dat te bewerkstelligen als de beste toepast.
En extreemrechts? Die probeert het resultaat van die verblindende show uiteraard nu al binnen te koppen door te surfen op devotie van de volgers van Desmet die hem intussen op handen dragen, zo verblind zijn dat hun mascotte die zogezegd met iedereen spreekt niet aan het woord komt in de reguliere media en dus maar op extreemrechtse platformen ‘moet’ spreken, zo verontwaardigd zijn dat dat critici de gaten in het pseudo-wetenschappelijk jasje dat Desmet om zijn narratief windt zo duidelijk kunnen aantonen, en die zo gevoed zijn in dat wij-versus-massa-denken, dat ze daadwerkelijk geloven dat het hier 'censuur' van een 'mening' betreft.
Als de hele verblindende show van Desmet een experiment is totalitariserende massavorming was, lijkt dat experiment helaas meer dan geslaagd….
(Een groot deel van bovenstaande tekst is gepubliceerd in dit stuk op De Wereld Morgen dd 09/02/23)